Onze structuur
We werken met graadsklassen van ongeveer 20 kinderen. Zo leren de kinderen van elkaar en kunnen zij elk jaar een andere rol opnemen: jongste – oudste, lerende – uitleggever. Ook krijgen de kinderen de tijd om twee jaar een band op te bouwen met de begeleider en de begeleider met hen.
- Jongste kleuter = peuter en eerste kleuter
- Oudste kleuter = tweede en derde kleuter
- Jongste lager = eerste en tweede leerjaar
- Middelste lager = derde en vierde leerjaar
- Oudste lager = vijfde en zesde leerjaar
Onze werkwijze
Bijna elke dag staat er ‘stille werktijd’ op de planning. De kinderen oefenen dan individueel in wat ze tijdens een instructiemoment geleerd hebben. In de ‘vrije werktijd’ krijgen kinderen tijd om – alleen of in groepjes – een eigen initiatief uit te werken: een vrije tekst schrijven, de actualiteit verwerken, iets ontwerpen …
We vinden het belangrijk om een duidelijke structuur te bieden met een steeds terugkerende dag-en weekplanning. We hanteren ook duidelijke afspraken die werden opgesteld samen met de kinderen.
Kinderen vertellen wat hen bezighoudt, wat hen interesseert. Er is aandacht voor de actualiteit, boeken, voorstellingen, … Ze luisteren naar elkaar en er ontstaan gezamenlijke interesses. De ronde wordt ook gebruikt voor de planning van de klasgroep.
Uit de gezamenlijke interesses van de ronde kan een project tot leven komen. Een project is een thema waarrond we diepgaander werken en waaraan we de leerdoelen van zoveel mogelijk vakken koppelen. Voorbeelden van projecten zijn: het menselijk lichaam, werktuigen, wilde dieren, de Grote Oorlog, de ruimte, de Europese gemeenschap.
Ongeveer om de zes weken is er op vrijdagnamiddag een toonmoment waarbij alle klasgroepen hun activiteiten of project kunnen tonen aan de andere groepen, (groot)ouders en andere bezoekers.
Soms zijn er klasateliers met een gericht aanbod in de eigen klas, soms keuze-ateliers waarbij kinderen kunnen kiezen uit een divers aanbod. In keuze-ateliers brengen begeleiders, ouders of grootouders de kinderen iets bij zoals een specifieke dans, koken, haken, een initiatie lassen, buitenmeubels maken, muziek, … Creatief zijn gebeurt ook elke dag in de klas bij het werken met vrije teksten, boekbesprekingen, werkstukken, thema’s en projecten.
Bij ons leren de kinderen wennen aan het water vanaf de peutergroep. Als het kind er klaar voor is, in het tweede of derde kleuter of in het eerste leerjaar, leren we het ook effectief zwemmen. Ook in de hogere leerjaren blijft zwemmen op de planning staan.
Zowel op klasniveau (klasraad) als op schoolniveau (schoolraad) krijgen de kinderen de kans om mee te denken. Ze mogen eigen voorstellen aanbrengen en ze leren samen afspraken maken. Ze leren opkomen voor hun mening en elkaar complimenten geven.
We geven geen klassiek huiswerk. We vinden het belangrijk dat kinderen na school de tijd hebben voor hobby’s, zodat ze alle talenten kunnen ontplooien. Elk leerjaar heeft wel specifieke leerstof die thuis extra ingeoefend moet worden om dit te automatiseren: lezen, tafels, spelling… Vanaf het vijfde leerjaar wordt wekelijks Frans gestudeerd en leren de kinderen studeren thuis ter voorbereiding op een toets.
Onze evaluatie gebeurt niet via examens of punten. We testen de kinderen regelmatig zonder druk en volgen hen continu op. Twee à drie keer per schooljaar is er een gesprek tussen begeleider, kind en ouder(s) over de evaluatie, gevolgd door een uitgebreid, geschreven verslag.
Deze evaluatie omvat niet enkel het cognitieve aspect, maar evenzeer het welbevinden en de betrokkenheid van het kind, de werkhouding, de ontwikkelingen op sociaal-emotioneel en motorisch vlak, conflicthantering en creativiteit. De kinderen maken ook een zelfevaluatie. Onze begeleiders zijn steeds aanspreekbaar voor en na de klastijd voor een extra gesprek.
Onze speelplaats is er een met veel groen en ruimte om te exploreren. Er wordt gefietst, er zijn paletten om kampen te bouwen en potten om heksensoep te brouwen. Ook de gemeenschappelijke binnenruimtes zorgen voor voldoende stimuli. Zo zijn er bijvoorbeeld een kinderkeuken, een verkleedhoek, een knutselhoek en een docucentrum.
Onze visie en aanpak vertrekken vanuit de zorgcirkel. De kern hiervan is de ‘zorg voor jezelf, zorg voor elkaar, zorg voor de natuur en zorg voor materiaal’. Kinderen leren hier van in de peuterklas mee omgaan: zorgen voor jezelf zodat je goed in je vel zit, zorgen voor wie jonger of kwetsbaar is en zorgen voor je eigen materiaal en dat van anderen.
Van in de kleuterklas leren onze kinderen conflicten aan te pakken met de stop-denk-doe methode. Naarmate ze ouder worden groeit de manier waarop dit toegepast wordt. De basis is rustig worden en rekening leren houden met elkaars gevoelens en noden. Zo leren kinderen samen creatief denken om problemen op te lossen.